Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

RANDWIJK, HENDRIK MATTHEUS VAN

betekenis & definitie

(Werkendam 1909-Amsterdam 1966) onderwijzer, journalist, schrijver; was als overtuigd christen en sociaal-democraat strijder voor recht en menselijkheid; samen met zijn vrouw Ada vertrok hij vanuit Werkendam, waar zij beiden in het onderwijs zaten, naar Amsterdam, waar zij tijdens de crisisjaren verbonden waren aan de school voor haveloze kinderen. In 1940 ging Van Randwijk in het verzet, gaf zijn „Brieven aan het Nederlandse Volk" uit, waarin hij waarschuwde voor de werkelijke bedoelingen van de Duitsers.

Dit resulteerde in de uitgave van „Vrij Nederland”, waarmee hij een der grondvesters werd van de ondergrondse pers.Ook na de oorlog bleef Van Randwijk hoofdredacteur van „Vrij Nederland” tot de kwestie Indonesië voor hem aanleiding werd tot scherpe kritiek en uiteindelijk tot zijn aftreden in 1947 leidde. Als free-lance journalist schreef hij nog tal van artikelen over het gevaar van de armoede in de Derde Wereld, die na zijn dood gebundeld werden en in boekvorm werden uitgegeven.

Werk: Op verbeurd gebied (1934, ged.), Burgers in nood (1935), Een zoon begraaft zijn vader (1938), Zeewaarts, zuidwaarts (1939, samen met Jan H. de Groot), Celdroom (1943, ged.), In de schaduw van gisteren (1967), Heet van de naald 1967).