opgericht in 1946 op een voormalig slagveld uit de Tweede Wereldoorlog. In 1944, een week na de luchtlanding te Arnhem, werd Overloon tot een tweede Caen; m anderhalf uur tijds werden er 100.000 granaten afgeschoten; met tijgertanks probeerde men het bruggehoofd van de Duitsers te vernietigen.
Aan deze strijd dankt Overloon zijn oorlogsmuseum. tevens aan het feit, dat Overloon tot een der grootste onderduikcentra van het zuiden kon worden gerekend. Ter herinnering aan dit feit werd een gedachteniskapel gebouwd ter ere van Maria van de Goede Duik (Mary of safe Hide) naar een idee van de grote Limburgse verzetsheld Pater Bleys („Lodewijk” in het verzet). Dankbare oud-onderduikers hebben deze bouw mogelijk gemaakt.
Het museum kon tot stand komen dankzij veel achtergebleven geschut, tanks en ander wapentuig, door schenkingen van geallieerde troepen, van verzetsgroepen en particulieren. Het is een uniek museum ter herinnering aan Nederland in de jaren 1940-1945, in 1960 vernieuwd; oorspronkelijk opgezet voor mensen die de oorlog zelf meegemaakt hebben, is het uitgegroeid tot een educatief centrum zodat men een goed overzicht krijgt van de oorlog in zijn geheel. De expositie bevat tevens informatie over de eerste wereldoorlog en over de politieke ontwikkelingen in de periode tussen de beide wereldoorlogen. Drs. A. Paape van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie en D.Elffers, museumontwerper, hebben voor de renovatie zorggedragen; op 14 juni 1984 werd het vernieuwde museum door prinses Margriet heropend. Het museum werd tevens uitgebreid met een bibliotheek en een bezinningsruimte, met Davidster en een Kruis plus een eeuwig brandende vlam.
Ondanks de bemoeiingen van het tweede kamerlid Dien Cornelissen en gedeputeerde drs. J. van der Hart van cultuur, heeft dit museum nog niet de status „nationaal museum" verkregen.
In Overloon bevindt zich ook het British Cemetery; +/300 (een klein deel van de hier) gesneuvelde militairen liggen hier begraven.
Bron: Volkskrant, febr. 1983.
