Gepubliceerd op 30-05-2019

Muskusossen

betekenis & definitie

Onderfamilie: Ovibovinae Muskusossen (Ch’ibos)

Zoals hiervoor reeds opgemerkt nemen ook de muskusossen in het systeem nog een onzekere plaats in. De hoornontwikkeling neemt een heel ander verloop dan bij alle andere holhoornigen. De hoorns van de kalveren zijn nog lang en in de kruinbeharing verborgen. Ze groeien verder niet omhoog, maar zijdelings naar buiten en omlaag, om na ll/2 jaar pas een zwakke kromming naar voren te vertonen. Bij een driejarige stier heeft zich op de kop een hoornschild gevormd dat beide hoorns verbindt, zoals bij de kafferbuffels. De spitsen van de hoorns richten zich in dat stadium schuin zijwaarts en iets omhoog, maar niet boven ooghoogte.

Muskusossen leefden tijdens de Ijstijd samen met de mammoet, de wolharige neushoorn en het rendier in het toen uitge-strekte toendragebied van Eurazië en Noord-Amerika, en zeker in hetzelfde milieu als de diluviale mens, zonder diens jachtbuit te zijn. Als de dieren zich bedreigd voelen, neemt de kudde de kalveren in hun midden, vormen een kring met de volwassen dieren hun hoorns omlaag gebogen dreigend in de richting van het gevaar. De dieren zijn met succes uitgezet op Spitsbergen, op de Dovrefjell, in Alaska en op het eiland Nuniavak. Onlangs zijn pogingen ondernomen om muskusossen als huisdieren in noordelijke farms in Amerika te fokken. Jonge dieren schijnen gemakkelijk tam te worden. Het vlees van de muskusos is niet geliefd zoals van het rendier, maar de wol is van grote waarde.

Door strenge beschermingsmaatregelen sedert 1917 in Canada en sedert 1950 in Groenland is dit dier voorlopig voor uitsterven bewaard. Naar schatting leven er thans nog ongeveer 15.000 in het wild. Het nominaatras Ovibos moschatus moschatus (Zimmermann) ziet er net zo uit als het ras van Oost-Groenland, alleen is de kop donkerbruin inplaats van grijs-wit, en bovendien zijn de dieren iets groter. Het is verweg in aantal grootste ras en bewoont West-Groenland en de pool-eilanden voor de Canadese kust.

Ondanks de vooruitgang die er de laatste jaren in het bestand van de muskusossen is opgetreden, moeten wij deze dieren zeer nauwlettend in de gaten houden. Hun verdediging, zich in een cirkel terug te trekken en de kop naar de aanvaller gekeerd te houden, mag dan zeer effectief zijn tegen hun natuurlijke vijand, de wolf, voor zogenaamde sportjagers vormen ze op deze wijze wel een zeer gemakkelijke prooi. Hun bijna ontoegankelijke woongebied mag enerzijds een goede bescherming bieden, aan de andere kant maakt het het toezicht praktisch onmogelijk.

< >