Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

MAATSCHAPPIJ TOT NUT VAN HET ALGEMEEN

betekenis & definitie

De gedachte der volksontwikkeling in ‘het Nut’ sloot bij de verlichtingsidealen der Fr. vrijzinnige dorpsnotabelen wonderwel aan. Vooral in de 19de eeuw heeft het Nut betekenis gehad.

Het bereikte ongeveer dezelfde kring als Protestantenbond en ‘Winterjounenocht’. Arbeiders noch rechtzinnigen zag men op de avonden (tot op de dag van heden).Ca. 1870 waren vele moderne predikanten gevierde Nutssprekers. Frl. heeft momenteel 50 van de ruim 300 Nederlandse departementen (opgericht vóór 1800 vijf, 1800-25 I4. 1825-50 tien, na 1940 zeven). Ledental ca. 5000. Er zijn 14 Nutskleuterscholen, 30 Nutsbibliotheken (24 000 boeken, ruim 2800 lezers, ruim 42 000 uitleningen), 18 Nutsspaarbanken (inleg ruim 30 miljoen), vijf departementen, die jeugdclubs organiseren, één bejaardensociëteit en één een handvaardigheidscursus voor middelbare scholieren.

Zie: Gedenkboek 1784-1934; Wumkes, Paden II, 220-227.