Wold is de benaming voor een veengebied dat met bos is begroeid. Grote delen van de provincie Groningen bestonden oorspronkelijk uit wold, namelijk het Wold-Oldambt, Reiderland (deels), Duurswold, Innersdijk en Vierendeel, Vredewold en Langewold, en Neerwolde ten zuiden van de stad Groningen.
De mate van bebossing van deze veengebieden is een wetenschappelijk discussiepunt. Keileemruggen die de woldgebieden doorsnijden, hadden oorspronkelijk een zware bebossing met onder meer eiken. Het wold kende elzenbroekbossen. Verdroging van het wold, wat in de Middeleeuwen door menselijk ingrijpen moet zijn opgetreden, veroorzaakte verandering in de vegetatie, onder meer in de vorm van zwaardere boomgroei. Houtkap, noodzakelijk voor de transformatie van het wold in akkerland, moet het aanzien van het woldgebied sterk hebben veranderd. Uiteindelijk ontstond mogelijk een slagenlandschap, zoals we dat nu nog van de Friese Wouden (ook een woldgebied) kennen.De ontginning van het wold vond plaats in de Middeleeuwen. Ontginnen hield in dat het veen geschikt werd gemaakt voor akker- en weideland. Dit gebeurde onder meer door het veen te ontwateren. De periode van ontginnen verschilde per gebied. De eerste ontginningen vonden in de rode eeuw plaats, zij het op bescheiden schaal. Nederzettingen uit die tijd zijn bijvoorbeeld Schildwolde en Bedumerwold.
Na de 10de eeuw breiden de ontginningen zich sterk uit en ontstond een groot aantal nieuwe nederzettingen, onder meer Sebaldeburen, Oldekerk en Niekerk in Langewold, Slochteren in Duurswold, Scheemda, Finsterwolde, Noordbroek en Zuidbroek in het Wold-Oldambt, en Bellingwolde en Beerta in het Reiderland. De ontgonnen woldgebieden produceerden op grote schaal rogge. Het verhandelen van het surplus bracht grote welvaart in de woldgebieden. Voor Neerwolde wordt aangenomen dat vetweiderij voor de stad Groningen plaatsvond. Ontwatering van het veen en gebruik van het veen als landbouwgrond zorgde voor een constante daling van het maaiveld. Het veen kromp en oxideerde.
Dit resulteerde bijvoorbeeld in het Reiderland en het Wold-Oldambt in een enorme wateroverlast. Andere woldgebieden raakten uitgeput doordat het veenpakket grotendeels verdween als gevolg van de exploitatie.
[Molema]
Lit.: R. van Schaïk, Walfridus van Bedum: een duizend jaar oude Groninger overlevering (Groningen 1985); W.A. Casparie, Laat-middeleeuwse veenterpen in Neerwolde. Terpen en Wierden in het Fries-Groningse kustgebied (Groningen 1988) 196-213; W.A. Ligtendag, De wolden en het water. De landschaps- en waterstaatsontwikkeling in het lage land ten oosten van de stad Groningen vanaf de volle middeleeuwen tot ca. 1870 (Groningen 1994).