Gron.: Wetsen.
De gezamenlijke naam van twee wierdedorpen in de gemeente Winsum ten N. van Sauwerd, namelijk Groot-Wetsingeen Klein-Wetsinge. In 1840 is de 13de-eeuwse tufstenen kerk van Groot-Wetsinge afgebroken. In 1893 werden nog drie opgedolven zerken overgebracht naar het Museum van Oudheden te Groningen. Op het kerkhof staan nog verspreide grafzerken en gietijzeren graftekens; de contouren van de voormalige kerk zijn op grond van archeologisch onderzoek op het kerkhof aangegeven. De vervallen pastorie dateert gedeeltelijk uit de Middeleeuwen. Ze wordt gerestaureerd en omgebouwd tot logement.
Klein-Wetsinge bezit wel een kerk (1846), voorts een windmolen, ‘Eureka’ (1872). De Onstaborg ten N.O. van Klein-Wetsinge (niet te verwarren met de Onstaborg te Sauwerd) werd in 1801 afgebroken.
Ten N. van de dorpen verbindt het Wetsingermaar de Oude Ae (gemeentegrens met Bedum) met het Oude Diepje (oude loop van het Reitdiep); een van de lobben hier heet Wetsingeruiterdijk. Ten O. van de plaatsjes loopt de Wetsingertocht.
In de 11de eeuw UUirkingi, de 14de eeuw Wetsingh en de 15de eeuw Wetschum, Wessinge en Wetsinghe. Mogelijke betekenis: bij de lieden van Wirki (mansnaam). Groot-Wetsinge is overigens kleiner dan Klein-Wetsinge; ‘Groot’ en ‘Klein’ slaan op de grootte van de wierde.
Schimpnaam voor de bewoners: Katten.
Lit: J.W. Boersma, ‘Het archeologisch onderzoek van de kerkstee van Groot-Wetsinge’, GHJ 1997, 9-29; Formsma, Ommelander borgen en steenhuizen, 472-476; G.D. Boonstra-Ludden, Adorp, Sauwerd en Wetsinge in oude foto’s (Groningen 1973); J.A. Feith, ‘Grafsteenen uit de voormalige kerk te Wetsinge’, GVA 1909, 84-98.