Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Westerwijtwerd

betekenis & definitie

Gron.: Wietwerd.

Dorp in de gemeente Loppersum ten Z. van Middelstum; naar Bedum en Stedum loopt de Westerwijtwerderweg. Het komt reeds voor in circa 1000 als UUiduurd, UUituurd (withwo = wilg of widu = hout, bos; wurthi = wierde) en Widuwurd = met wilgen of met hout begroeide wierde.

De kerk dateert uit omstreeks 1250, met aanvankelijk vrijstaande toren; deze werd in het midden van de 16de eeuw met de kerk verbonden. In de toren hangt een klok uit 1630, gegoten door André Aubertin en Nicolas Rovier. Er zijn twee koepelgewelven met schilderingen uit de 13de respectievelijk 13de-15de eeuw. Het interieur bevat banken uit de 17de eeuw, een preekstoel uit circa 1830, gietijzeren kronen uit 1875, een loos orgelfront (18de eeuw) en laatgotisch ijzerbeslag tussen kerk en toegangsportaal. In de vloer liggen vijftien grafzerken. In het dorp staat de korenmolen ‘Zeldenrust’ (1845).

Bodemvondst: zie ring van Westerwijtwerd.

Lit.: J. Kalf, De muurschildering te Westerwijtwerd (Groningen 1998); W.J. Berghuis, De kerk van Westerwijtwerd (Groningen 1979); R. Lindeboom-Hesselink e.a., Westerwijtwerd vroeger (Westerwijtwerd 1977-1979).

< >