Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Wester, hendrik

betekenis & definitie

(Garmerwolde 1752 - Oude Pekela 1821)

Een van de eerste grondleggers van een verbeterd onderwijs. Winkelbediende in Groningen, daarna schoolmeester in Ten Boer (1772-1783) en Oude Pekela (1783-1802). Wester beschouwde de godsdienstig-zedelijke vorming van zijn leerlingen als het belangrijkste aspect van de opvoeding. Hij was vooral een man van de praktijk; intuïtief probeerde hij het bestaande onderwijs te verbeteren. Hij verbeterde de oude spelmethode aanzienlijk door geleidelijker oefeningen en betere leesstof, maar vertraagde hierdoor de invoer van de klankmethode behoorlijk. Hij maakte van zijn school een modelinrichting: stilte tijdens de lessen, klassikaal onderwijs, begrijpelijke lesstof en Nederlands in plaats van dialect.

Hij nam ook de opleiding van onderwijzers ter hand; weldra hielpen zijn oud-kwekelingen mee om zijn denkbeelden en werkwijze te verbreiden. Sinds 1801 was hij schoolopziener; in 1802 richtte hij een onderwijzersgezelschap op in Winschoten. Hij behaalde in 1812 de eerste rang. Hij schreef een vijftigtal geschriften, zoals Dichtmaatige lessen en gebeden voor de schooljeugd (1780), De merkwaardigste bybelgeschiedenissen (1787), Over de gebreken in de burgerschoolen (1795, bekroonde prijsverhandeling van het Nut), Bevatlyk onderwys in de Nederlandsche spel- en taalkunde (1797), A.B.C. boek (rond 1800), Schoolboek der geschiedenissen van ons vaderland (1801, bekroond), Woordenboekje (1803), Spelboekje voor eerstbeginnende en voor weinig gevorderde leerlingen (1804) en Nieuw schriftuurlijk schoolboek (1812). Verschillende gedenktekens werden ter ere van zijn nagedachtenis opgericht.

Lit.: Th. van Swinderen, Ter gedachtenis van Hendrik Wester (Groningen 1821); J.A. Uilkens, Inwijding van het monument voor wijlen den schoolopziener Hendrik Wester (Groningen 1823); R. Turksma, ‘Hendrik Wester, schoolhervormer van Groningen , Paedagogische studiën (1968) 399-414.

< >