Vlas was vroeger een belangrijk vezel- (voor linnen) en zaadgewas in Groningen. Voor WSOII teelden de Groninger boeren per jaar gemiddeld 19 miljoen kg vlas.
Het onverwerkte vlas werd grotendeels naar België verkocht. In 1907 waren er in Groningen nog acht stoomgedreven vlasfabriekjes. Circa 1 a 2 miljoen kg werd verwerkt in de vlasfabriek te Appingedam (in bedrijf van 1904-1961). Na 1964 stortte de vlasmarkt in en verdween de teelt vrijwel geheel uit Groningen. Landbouwbureau Wiersum (1909) in Groningen (oorspronkelijk te Mensingeweer) is al sinds de jaren ’30 een belangrijke vlaskweker.