Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Spijk

betekenis & definitie

Gron.: Spiek.

Wierdedorp in de gemeente Delfzijl; naar ’t Zandt loopt de Spijkster Oude Dijk, naar Bierum de Spijksterweg (voortzetting van de Nesweg). De wierde van Spijk werd, hoewel pas in 1246 voor het eerst genoemd, al in de 6de-7de eeuw v.Chr. bewoond. De radiale structuur is intact gebleven; rond de kerkstee lopen een dubbele ringweg en -gracht. Spijk is een beschermd dorpsgezicht.

De 13de-eeuwse, aan Andreas gewijde kerk is in 1676 na een brand herbouwd en in 1848 uitgebreid met een dwarsarm en een toren. De in 1902 naar ontwerp van O. de Leeuw Wieland gebouwde toren vervangt een dakruiter uit 1711. De toren van Uithuizermeeden diende als voorbeeld. Preekstoel uit 1902, met oudere onderdelen; orgel door L. van Dam, 1844. Grafzerken van leden van het geslacht Ubbena.

In Spijk stonden twee borgen, de ene zuidelijk van het dorp, de andere aan de oostkant aan de weg naar Bierum. Ze werden bewoond door de families Ubbena en Alberda. Ze zijn in de 18de eeuw gesloopt. Pel- en korenmolen ‘Ceres’ (achtkante bovenkruier met stelling, 1839). Aan het pand Hoofdweg Zuid 6 herinnert een plaquette aan de dichter W. de Mérode; het is zijn geboortehuis.

In de Middeleeuwen Spik, to Spye, Spiick = spitse punt. De plaats werd zo genoemd, doordat de kust hier een uitspringende punt bezat. Ten Z. van Spijk loopt het Spijkstermaar, via waters met andere benamingen uiteindelijk uitmondend in het Damsterdiep; naar Nieuwstad aan de Eems loopt het Spijksterriet, ook wel Grote Tjariet genoemd.

Schimpnamen voor de inwoners: Blaauwboksems en Hounder.

Lit: U.M. Ubbens, Naamlijsten uit vroeger tijden betreffende Spijk (Gr.) (Sneek 1998); J.B. Bronsema. De Nederl. Hervormde Andreaskerk te Spijk (Nijmegen 1996); O. Dallinga, Bierum; Bierum.

Godlinze. Holwierde. Krewerd, Losdorp, Spijk (Bedum 1991); Spijk, gemeente Bierum; toelichting bij het besluit tot aanwijzing van Spijk als beschermd dorpsgezicht (Zeist 1987); Formsma, Ommelander borgen en steenhuizen, 374-377; J. Bronsema, Spijk in oude ansichten (2de druk; Zaltbommel 1986); D.H. Ferré Jacobs, Voorheen en thans: oudheidkundige plaatsbeschrijving op kerk- en schoolgebied van de dorpen in den ring van Delfzijl (Buitenpost 1977; heruitg. van Appingedam 1909).

< >