(1842-1926)
Agrariër en autodidact bestuurder. Sijpkens beheerde van 1867 tot 1885 een landbouwbedrijf in de Reiderwolderpolder. In deze periode werd hij achtereenvolgens raadslid van Finsterwolde, Statenlid (1880) en burgemeester van Bellingwolde (1885). Van 1891-1919 was hij lid van de Gedeputeerde Staten van de Provincie Groningen. Tussen 1885 en 1902 secretaris van het Genootschap van Nijverheid in de provincie Groningen en van 1902 tot 1916 penningmeester van de Groninger Maatschappij van Landbouw en Nijverheid. In 1916 werd Sijpkens door de Algemene Vergadering tot adviserend lid benoemd. De proefboerderij bij Nieuw-Beerta van de aan de Groninger Maatschappij van Landbouw gelieerde Vereeniging tot Exploitatie van Proefboerderijen in de Klei- en Zavelstreken van de Provincie Groningen kreeg in 1927 de naam ‘Jacob Sijpkens Heerd’.
Lit: S. Sijbenga, '|acob Sijpkens’, G VA 1927,1-5.