Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Schuttersgilde

betekenis & definitie

In 1434 werd in Groningen een stedelijke ordonnantie voor de schutterij opgesteld. De Raad stelde ieder jaar vier hoofdelingen van de schutters aan.

Kleding werd ter beschikking gesteld; brak het wapen tijdens een veldtocht dan werd dat vervangen; het loon voor de arts die een wond moest genezen werd vergoed. Voor schietoefeningen was een gedeelte van de stadswal ter beschikking gesteld. Jaarlijks werd de papegaai geschoten; de winnaar was ‘koning’. De schutterij had behalve een militair taak - het vormde de kern van de stedelijke militie - ook het toezicht op de markt (levensmiddelen, maten en gewichten). Het mocht niet vergaderen, tenzij er twee leden van de Raad aanwezig waren.Ook in Appingedam wordt een schuttersgilde vermeld.

Lit.: J.A. Feith, ‘De Groningsche schutterij’ in: J.A. Feith, Uit Groningen’s verleden (Groningen 1902) 214-270: M.Carasso-Kok, ‘De schuttersgilden in de Hollandse steden tot het einde der zestiende eeuw’ in: M. Carasso-Kok en J.Levy-van Halm, Schutters in Holland: Kracht en zenuwen van de stad (Zwolle 1988) 16-35.

< >