(1661-1738)
Beeldhouwer, afkomstig uit Enkhuizen, werkzaam in Amsterdam en vanaf 1691 in Groningen. In dat jaar werd De Rijk ‘kock vaer’ in het Anthoniegasthuis in Groningen; later werkte hij in het Groene Weeshuis als 'binnenvader’. Naast deze functie oefende hij het ambacht van beeldhouwer uit. In de aan het weeshuis verbonden houtwerkplaats leidde hij leerlingen op in het vak. Vanaf 1702 wijdde hij zich volledig aan het beeldhouwen van preekstoelen, orgelkassen, banken enzovoort. Hij werkte in opdracht van kerken, de besturen van stad en provincie en particulieren.
In tal van kerken is werk van deze talentvolle beeldhouwer te vinden. Hij maakte onder meer de bijzonder fraaie preekstoelen in de kerken van Uithuizermeeden (1708) en Midwolde (Wk. 1709). Van de preekstoel van Midwolde is het bestek bewaard. Op veel preekstoelen zijn de vier evangelisten met hun symbolen uitgebeeld, op het middenpaneel komt vaak een vanitas-voorstelling voor. Als overgang tussen de verschillende panelen zijn op preekstoelen van de Rijk vaak vrouwenfiguren te vinden die deugden verbeelden. Ook heeft hij veel beeldhouwwerk gemaakt aan orgels, bijvoorbeeld in Uithuizen (1700), de Der Aa-kerk in Groningen (1702) en Godlinze (1704).
Hij werkte hier vaak samen met de orgelbouwer Arp Schnitger en kistenmaker Allert Meijer. Bijzonder fraai is het werk dat hij in opdracht van particulieren heeft gemaakt, zoals op de Menkemaborg. Tussen 1701 en 1705 leverden Allert Meijer en Jan de Rijk hier vijf schoorsteenmantels. In latere jaren werd het kistenmakerswerk overgelaten aan Mencke Mollaan (Midwolde, Zuidbroek).
Lit.: F.J. Veldman, 'Leven en werk van Jan de Rijk, beeldhouwer’, Groninger Kerken 12 (1995) 5-9.