1. Streek met buurtje in de gemeente De Marne aan de Kolhamsterweg.
2. Dorp in de gemeente Slochteren ten N. van Hoogezand, het Winschoterdiep en de rijksweg A7; verbindt Harkstede en Scharmer in een wijde boog met Slochteren. Ter weerszijden van de plaats ligt de Kolhamsterwesterpolder. In 1291 wordt er een parochiekerk te Kolham vermeld. Na de Reductie (1594) kwam het collatierecht in handen van de provincie; deze liet in 1641 de nieuwe kerk bouwen. De rechten werden in 1694 verkocht aan Henric Piccardt. In 1818 werd nog de spits aan de kerk toegevoegd. De begraafplaats ligt op de vroegere gerichtsplaats (kaakheem). De joodse begraafplaats werd rond 1870 aangelegd voor joden uit de gemeente Slochteren en omgeving. Windmolen ‘Enterprise’ werd in 1906 gebouwd, met gebruikmaking van onderdelen van een poldermolen uit de Grote Harkstederpolder.
Te Kolham stond een ‘minderhuis’, de Roopoort, en daarvoor wellicht een borg, ’t Hof genoemd. De streek Hof- en Wegsloot en het kanaaltje Hofsloot herinneren er nog aan.
In de Middeleeuwen in Hamme, upden Koiham, Caldehammis, later Colham, De Ham, Koldeham, Hemmenis en De Hamstreek. Betekenis: koude ham (= hoek).
Lit.: K. Amerika, 700 Jaar Kolham; van veen en heide tot gasbel (Bedum 1988); Formsma, Ommelander borgen en steenhuizen, 195-196; Tj. Diekema, Slochteren in oude ansichten (4de druk; Zaltbommel 1985); S.J. Rutgers, Beschrijving van Kolham (Groningen 1849).