Vorm van landbouw, waarbij verschillende agrarische bedrijfstypen binnen een bedrijf worden uitgeoefend. Daarbij gaat het doorgaans om akkerbouw en melkveehouderij.
Vanouds kwam dit voor op de zandgronden, waar de (melk)veehouderij ten dienste stond van de akkerbouw.Cruciaal was daarbij de mestbehoefte op de schrale zandgronden. Door dierlijke mest op het akkerland te brengen konden humus en mineralen worden toegevoegd. De opkomst van de kunstmest maakte aan deze wederkerige afhankelijkheid een einde. Vanaf WOII propageerden wetenschappers en voorlichters een toenemende specialisatie (ontmenging). De laatste jaren is er echter een hernieuwde
tendens richting gemengd bedrijf, zij het op veel grotere schaal.
Lit.: E. Lantinga. C. Oomen en R. Rabbinge, De renaissance van het gemengd bedrijf, Spil, afl. 155-156 (1998) 23-29.
