College van zes leden, door en uit Provinciale Staten benoemd, waaraan de dagelijkse leiding en de uitvoering van het provinciaal bestuur wordt opgedragen, onder voorzitterschap van de Commissaris der Koningin. De huidige vorm van het college, geregeld in de Provinciewet, dateert van 1814.
Vóór 1795 was het dagelijks bestuur van het gewest Stad en Lande ook in handen van Gedeputeerde Staten. Dit college telde acht leden, voor de helft uit de stad Groningen, voor de helft uit de Ommelanden. Naast de bestuurlijke taak hadden Gedeputeerde Staten toen ook een rechtsprekende functie in belastingzaken, landloperij en bedelarij, provinciale ambtenaren en eigendommen en zeer zware misdrijven. Hoger beroep op hen stond open van het krijgsgericht. Zie ook provinciaal bestuur.