Geslacht van Oost-Friese afkomst (oorspronkelijk Emmen, niet te verwarren met het gelijknamige Groninger raadsherengeslacht). De stad-Groninger tak der familie Emmius stamt af van Ubbo Emmius.
Diens nazaten in de 17de eeuw behoorden tot het Groninger regentenpatriciaat.Ubbo Emmius (1547-1625) was de zoon van de (lutherse) predikant van Greetsiel. De school- en studietijd waren bepalend voor Emmius’ latere levensloop. Na bezoek aan Latijnse scholen in Emden, Bremen en Norden studeerde Emmius (lutherse) theologie te Rostock; later volgde hij colleges te Genève bij Beza. Emmius keerde als overtuigde calvinist terug. Mogelijk hebben ook de rectoren van de Latijnse scholen te Bremen en Norden, beiden gevluchte Nederlanders, invloed op Emmius gehad. Een humanist naar de geest was hij daardoor niet.
Emmius’ belangstelling voor de Friese geschiedenis en vrijheid heeft vermoedelijk haar wortels in zijn afstamming van oude Oost-Friese eigenerfdengeslachten. Zijn magnum opus is het 60-delige werk over de geschiedenis van alle (voormalige) Friese gebieden, de Rerum Frisicarum Historia (1592-1616). Zijn kwaliteit als historicus is hoog, ook naar hedendaagse maatstaven gerekend. Hij was de eerste geschiedschrijver die de historische bronnen kritisch analyseerde; hun objectiviteit diende daarbij voorop te staan. Verder was Emmius geen onverdienstelijk cartograaf, die door middel van driehoeksmeting een nieuwe kaart van Oost-Friesland samenstelde, met een gebiedsbeschrijving (1595). Later volgen dergelijke beschrijvingen van Stad en Lande en Friesland.
De Friese vrijheid diende Emmius als basis voor een ideologie ten behoeve van de stad Emden en haar aanhangers in hun strijd om autonomie binnen het graafschap Oost-Friesland. Dit bracht hem in conflict met de Oost-Friese grafelijke regering. Zijn politieke opstelling kostte hem dan ook zijn rectoraat van de Latijnse school te Norden (1587). Vervolgens werd hij rector te Leer en in 1594, direct na de Reductie, te Groningen. Deze benoeming dankte hij behalve aan zijn wetenschappelijke en pedagogische kwaliteiten ongetwijfeld aan zijn eerdere connecties met Groninger ballingen in Oost-Friesland èn aan het feit dat hij een onverdacht calvinist was. In 1614 werd Ubbo Emmius hoogleraar Geschiedenis en Grieks aan de nieuwe Groninger universiteit, tevens eerste rector magnificus. Hij hoorde ook tot de oprichters van de universiteit.
[Feenstra]
Lit.: H. Feenstra, Emmius, Ubbo, in: M. Tielke (red.), Biographisches Lexikon für Ostfriesland I (Aurich 1993); W.J. Kuppers (red.), Ubbo Emmius. Een Oostfries geleerde in Groningen/Ein ostfriesischer Gelehrter in Groningen (Groningen en Emden 1994).