De landbouwoverschotten (vooral granen) liepen in de jaren ’80 dusdanig op dat op Europees niveau besloten werd tot het uit productie nemen van akkerbouwgronden (Blauwe Stad). Veel akkerbouwers moeten verplicht een bepaald percentage van hun grond braakleggen.
Ze krijgen daarvoor een vergoeding die overeenkomt met de gemiddelde opbrengst van het uit productie genomen gewas.Het braakleggen van landbouwgronden heeft als neveneffect het verruigen van die gronden, met als gevolg meer prooidieren (muizen) voor roofvogels. Zo wordt in die delen van Groningen de grauwe kiekendief weer meer gesignaleerd.
