Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Blijham

betekenis & definitie

Gron.: Blijham.

Dorp in de gemeente Bellingwedde, ten Z.O. van Winschoten en ten N. van Wedde, gelegen op een zandrug te midden van de Dollardklei. Forenzenplaats, champignonkwekerij en centrum van landbouw. Ten Z. van de plaats ligt het Blijhamsterbos met sportpark.

De hervormde kerk dateert van 1783 (toren van 1872) en heeft een laat-18de-eeuwse preekstoel en een orgel uit 1869. Het interieur is in 1964 ontluisterd.

Blijham hoorde in de late Middeleeuwen tot het Reiderland; ten gevolge van de Dollardvorming is het daarvan afgescheiden en bij het Oldambt gevoegd. Nu wordt Blijham tot Westerwolde gerekend. Vroeger lag de plaats meer noordwaarts aan de oostzijde van de Ee, maar is bij de overstroming in 1299 (ontstaan van de Dollard) verdwenen. Nog lang daarna werd het nieuwe Blijham ook geteisterd door overstromingen, met name in de 18de eeuw: maar liefst vier maal.

Betekenis van de naam: met blij (= slijk) bedekt buitendijks land.

Lit: H. van der Kamp en G.D. Holvast Blijham in grootmoeders tijd (Zaltbommel 1991); H.J. Jonker e.a., Hoe Blijham, Wedderveer en omgeving werden bevrijd in de aprildagen van 1945 (z.p. 1965): M. van der Woude, ‘De vroegere structuur van het tegenwoordige dorp Blijham’, GVA 1956, 108-126: E. Buringh, Afdeling Blijham Groninger Mij van Landbouw (z.p. 1954).

< >