Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Beul

betekenis & definitie

Scherprechter, uitvoerder van lijfstraffelijke vonnissen. De stad Groningen kende al in de 16de eeuw scherprechters (bijv. in 1545 Bartholomeus van Havelte, in 1548 Hans van Gulyk).

De Groninger beulen werkten ook in de Ommelanden en in Drenthe. In de 17de en 18de eeuw waren er scherprechterfamilies, zoals Haevestadt en Snijder. De veranderende opvattingen over toepassing van dood- en lijfstraffen maakten dat in 1850 alle scherprechters eervol ontslagen werden. De laatste in Groningen ter dood veroordeelde was Okke Geerts Kluin in 1838. Incidenteel waren nadien echter toch nog scherprechters werkzaam, totdat de doodstraf in 1870 uit de Nederlandse burgerlijke (niet de militaire) strafwet verdween.Lit.: B. Lonsain, ‘De beul in Stad en Lande’, GVA 1909, 56-83; L.H. van Schelt, ‘De scherprechters in Drenthe, 1407-1870’, Ons Waardeel 3 (1983) 145155; J.P.A. Wortelboer, ‘Een Stad-Groningse familie van scherprechters, genealogie Snijders’, Gruoninga 24 (1973) 37-44.