Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Bergsma, jan

betekenis & definitie

(Slochteren 1854 - ’s-Gravenhage 1935)

Aanvankelijk onderwijzer in enkele plaatsen in Drenthe, na academische studie leraar Nederlands in Winschoten en tenslotte Groningen. Promoveerde in 1887 in Groningen op de wordingsgeschiedenis van de Middelnederlandse Brandaen-teksten. Verrichtte daarna enkele filologische studies, waaronder de verzorging van tekstedities van ouder literair werk ten behoeve van het onderwijs, zoals Bijdrage tot de tekstcritiek van den Karel ende Elegast (1890).

Was vanaf de oprichting in 1901 betrokken bij de Driemaandelijksche Bladen, waarvan hij de drijvende kracht werd. In 1906 verscheen bij Wolters in Groningen van zijn hand de eerste aflevering van een Woordenboek bevattende Drentsche woorden en spreekwijzen, te weten het gedeelte A - giebe. De geringe afzet maakte een uitgave verder onmogelijk. In de Driemaandelijksche Bladen liet hij enkele aanvullingen het licht zien, maar het werk aan het woordenboek staakte hij toen hij de rest van het manuscript van de letter H was kwijtgeraakt.

Lit: G. Kloeke, 'Jan Bergsma’, JNML 1935-1936, 99-102.

< >