Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Gepubliceerd op 19-09-2022

windig

betekenis & definitie

winderig; luchtig, oppervlakkig, onbetrouwbaar, kwasterig; beroerd; gevaarlijk; darum steht es windig daar ziet 't beroerd mee uit; eine windige Ecke, een gevaarlijke hoek; windiges Gerede, oppervlakkig gepraat; ein windiger Kerl, een blaaskaak, een windbuil, een vent van niks; ein windiges Weibsstück, een onsolied vrouwelijk wezen.

< >