Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Gepubliceerd op 19-09-2022

Weh

betekenis & definitie

1. Weh: wee, pijn; ellende; das Wohl und Weh, het wel en wee.

2. weh: pijnlijk, smartelijk; ein weher Finger, een zere vinger; das tut mir in der Seele weh, dat smart mij in mijn ziel; ein weher Ausdruck in iemands Augen, een smartelijke uitdrukking in iemands ogen; weh(e)!, wee!; weh mir!, wee mij!

< >