De fitis is dol op insecten en bessen; misschien heeft ie altijd weer spijt zoveel bessen te hebben gesnoept, want het eind van zijn liedje, dat „diejediejedieje, dàdàdàdàdà” luidt, eindigt prompt in een klagende toon, alsof hij in snikken zal uitbarsten. Dat is toch eigenlijk niet nodig, want de fitis moest fleurig zijn met zulk een kleurrijk kleed: grauwbruin, geel groen, grauwwit, geel en vooral wanneer je dan ook nog in geurende naaldbossen en parken mag wonen!
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk