Historische collectie Nederland

Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)

Gepubliceerd op 13-06-2019

windladen

betekenis & definitie

De windladen vormen het belangrijkste onderdeel van het orgel, waarop alle pijpen van het instrument gepositioneerd en/of aangesloten dienen te worden. Door de pijpen met de voet of stevel op een pijpstok in een pijpenrooster te plaatsen of door de pijpen vanaf de pijpstok met windleidingen, de conducten, te verbinden met de lade. De windlade is bij het klassieke mechanische orgel opgebouwd uit een wind- of ventielkast met daarboven het cancellenraam waarin voor elke toets een cancel is aangebracht.

In de windlade wordt de wind verdeelt over de verschillende registers en toetsen. Alle bewegende onderdelen van de windlade worden door de organist van op de speeltafel in werking gesteld, namelijk de registers en de toetsen. (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)