Historische collectie Nederland

Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)

Gepubliceerd op 13-06-2019

reischaven

betekenis & definitie

Deze is langer en zwaarder dan de voorloper, terwijl de beitel altijd van een keerbeitel voorzien is. Hij dient voor het zuiver recht en vlak afwerken na de bewerking met de voorloper. Die bewerking noemt men recht strijken, reien of vlakken.

Het schaafblok is voorzien van een ijzeren kopnagel op het bovenvlak tussen bek en voorzijde, waarop met een hamer geslagen kan worden. Op die manier kan de beitel zoeter gesteld of los geslagen worden. Bij oudere reischaven loopt het blok achter de bek naar achteren iets dunner uit.

Ook met pokhouten zool. De lengte is 70 cm tot 1,10 m, afhankelijk van de breedte van de beitel die 2 1/4", 2 3/8" of 2 J/2" bedraagt. De naam wordt ook wel eens als rijschaaf geschreven, maar dat is foutief.

Een kleine reischaaf wordt ook strijkblok genoemd, niet te verwarren met het strijkblok dat bij het vijlen van zagen wordt gebruikt.