Historische collectie Nederland

Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)

Gepubliceerd op 13-06-2019

overblazende pijpen

betekenis & definitie

Deze pijp werkt volgens het principe van de open labiaalpijp. Het principe is dat van trillingen die boventonen produceren volgens een golfvorm, zoals ook bij een snaar of trillende elastiek kan vastgesteld worden. Die golven komen dichter bij elkaar, naarmate ze zich hoger in de pijp situeren.

De eerste boventoon klinkt in octaaf en komt tot stand halverwege de pijp. Door op die plaats een gaatje te maken, soms twee tegenover elkaar liggende gaatjes of zelfs een hele krans, wordt de golf die de grondtoon geeft geannuleerd. Die pijp klinkt dan een octaaf hoger dan je op basis van haar lengte zou moeten verwachten.

Ze is dus dubbel zo lang als een gewone pijp die op dezelfde toonhoogte gestemd is. Dit principe is van belang aangezien de klank van de pijp er rijker en sterker door wordt, met een intensere klankkleur voor gevolg. Vooral overblazende fluiten, behorend tot de familie van de wijde fluitregisters, zijn daarbij karakteristiek gebleken.

Overblazende registers komen al voor vanaf de vroege 17e eeuw, meestal dan nog zonder dat het overblazende karakter wordt bereikt door het aanbrengen van gaatjes halverwege het corpus maar door een aangepaste techniek van intoneren. In de 19e eeuw zijn de overblazende registers standaard voorzien van een of meerdere gaatjes halverwege het corpus. (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)