Wit staand boordje, van voren gesloten, naar believen gedragen door sommige rooms- en oud-katholieke, anglicaanse geestelijken en protestantse predikanten bij een grijs of zwart pak of liturgische kleding. Tegenwoordig is het boordje ingeschoven in een zwarte opstaande kraag zodat alleen aan de voorzijde een klein deel ervan zichtbaar is. De witte, zogeheten romeinse kraag werd eertijds geheel zichtbaar rondom de hals gedragen, of in een iets lager, zwart opstaand boordje geschoven waarna nog slechts een wit randje daarboven uitstak.
Vlaams: guimpe.
