Dit is ook wel ’t beschaafste spreekwoord niet; maar past echter niet qualyk op des Duivels gedrag, om de menschen op den hemelweg aan te randzen, en hen het goede te ontrooven. Vergelykt Luc. 10: 30. en 1 Pet. 5: 8.
Dus bevatte het ook zeker Paap, die in myn byzyn zyne nicht, of huishoudster vraagde: Gelooft gy ook zalig te worden? Haare antwoord was: Ik hoop ja, met de gratie Gods. Hier op zeide hy: Zo de Duivel't konvooi niet af en slaat. ’t Spreekwoord zegt, De Duivel is een schelm;en men beschryft eenen slokzuchtigen: Hy gaapt daar na, als de Duivel na een ziel. Ziet de Historie van Tondalus. Men zegt ook tot een spreekwoord: ’tMoet een slechte Duivel zyn, die zich van zulk eenen een ziel laat ontnemen. De Abt Columbanus verteld ons bladz. 101. al mede, een geval van eenen jongen onbedrevenen Duivel, die om zulk een verzuim zeer bang was, van Lucifer bekeven te worden, en vreesde dat de roede voor hem in de pis lag: maar die van een ouden Duivel getroost, en een hert onder den riem gesteken wierd. Dus beschryft men wel een ondeugend mensch: Hy,of zy, is uit de hel gekropen, doe de Duivel sliep. Doch buiten twyfel word hier tegen wel wacht gehouden, van die daar op schildwacht staan. De Paus heeft ook van de hellepoort den sleutel aan zynen riem, zo wel als van ’t vagevuur, en van den hemel. Men zy maar bedacht om poortgeld. Hoe loens moet Lucifer hebben staan kyken als een bepiste Paap, wanneer ’t gebed van Paus Gregorius I. hem de ziel van den Heidenschen Keizer Trajanus ontkaapte, en dien roof niet slegts voor, maar uit de hel weghaalde, zo als ons zyne Legende verzekert. ’t Is waar, hem wierd wel verboden dat meer te doen; maar dat’er echter nu en dan noch al een zieltje ontglipt, kan men lezen by J. Lydius uit Roomschkatholyke schryvers, bladz. 605. Zo kaapen en vrybuiten de Paus en de Duivel zielen op malkanderen. Maar ik denk dat het maar gemaakt werk is, en dat ze al in eene beurs vaaren. 2 Thes. 2: 9-.