Dit speelt in dubbelzinnigheid. Zelf is een tuingewas, anders ook genoemt Salie, en Savie, van ’t Latynsche Salvia.
Zelf is ook eigen, eigenzelf. Zelf is de man. Het laatste word in het spreekwoord gemeent, want daar gaat niet voor eigen. Ziet Job 2: 4. Charitas incipit a C, et se. De liefde begint van zich zelf. Kruid zegt men oneigentlijk, gelijk in ’t spreekwoord: Patientie, geduld, is goed kruid, maar het wast niet in alle hoven. Evenwel, men kan dit ook dus omkeeren: Zelf is ’t booste onkruid in den hertenhof: gelijk de tong het beste en argste lid is. Hier om vermaant de Heiland, Matth. 16: 24. En Augustinus bad: Heere, verlos my van my zelf. Menig kan aan zich zelf geen gebrek zien, door eigenlievend zelfbedrog. Eigen drek stinkt niet. Zy hebben van dat zelf groote gedachten. Maar daar op past, 2 Kor. 10: 12. Eigenliefde maakt blind.