Zo leert de ondervinding. t’huis heeft men zyn vryheid en gemak, en verveelt niemand door verblyf. Daar word dan geen kruisje achter den rugge nageschreven: Want versche visschen en namaagen stinken al ten derden dage.
Hier geld dus ook: Eigen haard, is goudwaard. Aan eigen tafel is men altyd welkom, en word het onthaal ons van herten gegunt. En daarom, Die gemak wil hebben, blyve t’huis.