Nederduitsche spreekwoorden

Carolus Tuinman (1726)

Gepubliceerd op 14-06-2022

Hy doet onheusch

betekenis & definitie

Dat zegt men, als ymand bedrog en onregt pleegt; ’t geen byzonder op spreken word toegepast. Hier van hoort men de knibbelende jongens dikwyls hunne speelmakkers beschuldigen.

Heus was by de ouden hovesch, hoofsch, en staat zo tegen dorpersch, boersch. Heus is dan beleeft en vriendelyk, van beschaafde zeden, gelyk men by goede hovelingen vind. ’t Betaamt zulken niet bedrielyk en onbillyk te handelen. Maar men versta dit van de oude en deugdzame hovelingen. Ziet Psalm 101.

Nu zyn’er andere tyden en zeden. Exeat aula, qui volet esse pius.

< >