Geb. Hooge Zwaluwe 25 december 1828, overl.
Velp (gem. Rheden) 15 mei 1915. Werkzaam in Den Haag, tijdelijk in Kleef 1853,1854, 1856 en 1857; vestigde zich in 1886 te Hilversum en trok in 1890 naar Voorburg. Was gehuwd met de schilderes M. C. J.
W. H. Roosenboom. Leerling van A. Schelfhout. Landschapschilder, heeft ook enige litho’s vervaardigd.
Als voorzitter van het genootschap ‘Pulchri Studio’ in Den Haag werd hij in 1873 lid van de Nederlandse commissie van de wereldtentoonstelling te Wenen. Gaf les aan P. Suij.Tentoonstellingen Amsterdam en Den Haag 1852-1901 (en later): tientallen landschappen en heidegezichten; boomrijke landschappen bij Kleef; rotsachtig landschap; bleekveld bij Den Haag; gezicht in het Berner Oberland; enz.
AMSTERDAM -Rijksmuseum: ossekar op de heide (vernield in W.O. II); landschap aan een vaart bij Hilversum (gem. J. G. Vogel). -Rijksprentenkabinet: ruim 70 landschappen, w.o. aquarellen en tekeningen. Den Haag Gemeentearchief: park Zorgvliet bij Den Haag (gem.
J. G. Vogel ’80), tekening. -Gemeentemuseum: bos en heide. ROTTERDAM -Museum Boymans-van Beuningen: bergmeer (litho).
Kunstkronijk 186) (bldz. 42), 1866 (bldz. 86), 1868 (bldz. 78) en 1874 (bldz. 62); Elsevier XXIII, 1902 (Johan Gram, bldz. 75-84).
Gram 1880; Luns; Marius; Plasschaert; Scheen 1946 en 1970; Thieme-Becker; Van Hall I en port.; Waller; Wurzbach.