Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Slager, petrus marinus (‘piet slager sr’)

betekenis & definitie

Geb. Den Bosch 4 december 1841, overl.

Den Bosch xo november 1912. Woonde en werkte vnl. ter plaatse. Leerling van de Koninklijke School aldaar en van J. A. van der Ven, van de Antwerpse Akademie o.l.v. N. de Keyser, J. van Lerius, P. Beaufaux enz.

Schilderde en tekende portretten, figuur- en genrestukken. Was ruim 40 jaar leraar aan de Koninklijke School in Den Bosch. Gaf les aan zijn zoons Frederic Frans en Piet Slager, aan Jan en Th. M van Delft, P. de Josselin de Jong, J. F. Kops, H.

A. J. M. Moerkerk, R. M. Pijnenburg, C.

J. W. en J. J. M. Slager, E. E.

G. van der Ven en M. A. A. M. Verkuijlen.Tentoonstellingen Amsterdam 1885 en 1899, Arnhem 1897 en 1901: portretten; een kaarslicht; een studiekop; Noordbrabants boertje.

AMSTERDAM -Rijksmuseum: portret van oud-strijders van de Slag bij Waterloo (in bruikleen aan Museum Slager, gem. P.M. Slager ft.) DEN BOSCH Museum Slager: zijn moeder met kanten mutsje; mand met bloemen; het rode mutsje; oud-strijders van Waterloo; oud-strijder (bruikleen); zelfportret ; zijn moeder met gouden ketting en snuifdoos; zijn zoon Piet; in de keuken ; St. Nicolaassurprise van P. de Josselin de Jong; ruim 20 tekeningen. EINDHOVEN -Stedelijk Van Abbemuseum: vrouwenkopje. HAARLEM -Frans Halsmuseum: Noordbrabants meisje (in bruikleen aan Museum Slager). Elsevier LXl, 1921 (Huib Luns, bldz. 73-80).

Luns; Plasschaert; Scheen 1946 en 1970; Thieme-Becker; Van Hall I en port.

< >