Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Schaïk, willem henri (‘willem’) van

betekenis & definitie

Geb.Beetsterzwaag 8 augustus 1876, overl. Blaricum 8 april 1938.

Broer van de kunstenaar H. W. C. van Schaïk. Woonde en werkte o.m. in Den Haag (Scheveningen) van vóór 1900 tot ca. 1903, Engeland ca. 1904-1907, Hilversum, Blaricum. Leerling van Ch. Bisschop in Den Haag, ook raadgevingen van P.

J. C. Gabriël, daarna in Engeland (Bushey) olv. H. von Herkomer. Schilderde en tekende landschappen, heeft ook karikaturen getekend. Was lid van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam en van de vereniging v. B.K. ‘Laren-Blaricum’.Tentoonstellingen Arnhem 1901 en Groningen 1902: een dorp in Friesland; in de Friese venen; winter in Friesland.

AMSTERDAM -Rijksmuseum: boerenhuis (gem. W. H. van Schaïk).

Luns; Plasschaert; Scheen 1970; Van Hall II.