Geb. Den Haag 2 maart 1817, overl.
Amsterdam 17 juni 1898. Woonde en werkte in deze stad. Vader en verm. leermeester van J. M. A. Rieke.
Leerling van de Amsterdamse Akademie v. B.K. (1829-1831) en later van J. W. Pieneman. Schilderde en tekende, soms in pastel, portretten en landschappen en later meer stadsgezichten. Was tevens als lithograaf werkzaam.Tentoonstellingen Amsterdam en Den Haag 1844-1878: enige portretten (in zwartkrijten pastel); deTurftoren te Breda (tekening); achterbuurtje (tekening); stadsgezicht (tekening in houtskool); het stadhuis te Naarden en de Koppelpoort te Amersfoort, beide in olieverf.
OTTERLO -Rijksmuseum Kröller-Müller: een tekening.
Kramm; Scheen 1946 en 1970; Thieme-Becker; Waller; Wurzbach.