Geb. Amsterdam 29 juli 1842, overl.
Brussel 11 februari 1902. Tweelingbroer van Pieter Oyens. Leerling van J. H. Veldhuyzen, J. Portaels te Brussel (3 jaar) en omstreeks 1866 raadgevingen van P.
F. Greive te Amsterdam. In 1870 vestigde hij zich voorgoed te Brussel. Hij schilderde portretten, genrestukken (ateliertaferelen) en stillevens.Tentoonstellingen Amsterdam en Den Haag 1865-1884: de kleine roker; rustend model; stichtelijke oefening; de illustratie; de compositie; jagersinterieur; enz.
AMSTERDAM -Rijksprentenkabinet: een tekening. -Stedelijk Museum: portret van een oude dame; na het bezoek; atelierbezoek. ARNHEM -Gemeentemuseum : interieur; de schilder Anton Mauve in zijn atelier; zelfportret; interieur met zelfportret; boomstudie. DORDRECHT -Dordrechts Museum: bezoek aan het atelier; kunstenaar in zijn atelier, DEN HAAG -Gemeentemuseum: in het atelier; atelierhoekje (1874); Pieter Oyens met hoge hoed (aquarel); model tekenen (tekening). HAARLEM -Frans Halsmuseum: in het atelier. LAREN (N.H.) -Singer Museum: de gebr. Oyens op het atelier van de kunstenaar.
MIDDELBURG -Zeeuws Museum: zelfportret. ROTTERDAM -Museum Boymans-van Beuningen: in het restaurant; portret van Pieter Oyens (gem. David Oyens); bezoek in het atelier; zelfportret.
Elsevier III, 1892 (Emile Wesly, bldz. 537-555); Onze Kunst XIII/1, 1908 (dr R. Jacobson).
Luns; Marius; Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek X; Plasschaert; Scheen 1946 en 1970; Thieme-Becker; Van Hall I, II en port.; Wurzbach.