Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Opzoomer, simon

betekenis & definitie

Geb. Rotterdam 19 september 1819, overl.

Antwerpen 4 augustus 1878. Leerling van G. de Meijer, M. I. van Bree en de Antwerpse Akademie. Later leerling van N. de Keijser. Vertrok in 1836 naar Parijs en keerde einde 1837 naar Rotterdam terug; woonde in 1853 in Antwerpen, en in 1857 in Den Haag, in 1858 in Rotterdam, daarna weer in Antwerpen. Schilderde historische voorstellingen en genrestukken.

In 1845 werd hij lid van de Kon. Akademie te Amsterdam.Tentoonstelling Amsterdam 1828,1832,1844, Den Haag 1839-1857 en Leeuwar-

den 1859: historische voorstellingen, w.o. Lambert Melisz.; jongensportret; episode uit de inneming van Naarden in 1572; de moeder; enz.

AMSTERDAM -Rijksmuseum: het laatste gebed van Johan van Oldenbarneveldt (gern. Simon Opzoomer); scène uit de Tachtigjarige Oorlog, LEIDEN Rijksprentenkabinet: een portret (krijttekening). ROTTERDAM -Museum Boymans-van Beuningen: de gebroeders De Witt in de gevangenis; herenportret (gern. S. Opzoomer 1842). UTRECHT -Centraal Museum: het verzoek om genade aan prins Maurits voor Reinier van Oldenbarneveldt. Vlaamsche School 1878.

Immerzeel; Kramm; Luns; Plasschaert; Scheen 1946 en 1970; Thieme-Becker; Wurzbach.