Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Kaa, van der

betekenis & definitie

Jan; geb. Dordrecht 1 november 1813, overl.

Rotterdam 23 november 1877. Woonde en werkte in Dordrecht, van 1832 af in Rotterdam. Leerling van P. Hofman en van J. C. Bendorp.

Schilderde enkele stadsgezichten en vooral interieurs met figuren en invallend zon- of daglicht, verder portretten. Heeft tevens geaquarelleerd, geëtst en gelithografeerd. In 1839 bezocht hij België en Duitsland. Stoffeerde in 1848 een avondlandschap door C. G. Verburgh.Tentoonstellingen Amsterdam, Den Haag, Rotterdam 1832-1876 en Leeuwarden 1855: interieurs met figuren; havenhoofd; stadsgezicht; kerkinterieur; enkele landschapjes met figuren.

AMSTERDAM -Rijksprentenkabinet: een zelfportret (tekening). DORDRECHT Gemeentearchief: enige tekeningen in sepia en in kleuren, w.o. interieurs; gezicht in een kapel; riviergezicht; bergachtig landschap; enkele landschapjes. ROTTERDAM -Museum Boymans-van Beuningen: interieur met dame en heer in 17de-eeuwse klederdracht (aquarel).

Kunstkronijk 1841 (I, bldz. 68 en 80).

Immerzeel; Kramm; Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek VIII; Scheen 1946 en 1969; Thieme-Becker; Van Hall port.; Waller; Wurzbach.