Wijnand Bastiaan van; geb. Rijswijk (Z.H.) 8 mei 1863, overl.
Rijswijk (Z.H.) 4 juli 1931. Woonde en werkte aldaar, tijdelijk Den Haag 1887; ook in Noord-Brabant en op de Veluwe. Leerling van de Akademie v. B.K. in Den Haag en van T. OfFermans. Schilderde en tekende stillevens, genrestukken en landschappen.
Gaf les aan G. H. Beekhuis, J. Fabricius, J. W. Fleur, J.
G A. van Goor, E.J. F. Houbolt, P. P. Koster, H. Raab, W.
Renardel de Lavalette, N. P. Q. van Rijn, G. F. van Schagen en J. A. Versteeg.Tentoonstellingen Amsterdam, Den Haag, Rotterdam enz. 1887-1903: stillevens; bloemen; een sloot; bij de beuk (aquarel); Gelderse landschappen; diverse landschaptekeningen; schovenbinder; in de tuin; gezicht op Renkum; oogsttijd; in de keuken; de oude bijbel; enz.
MIDDELBURG -Zeeuws Museum: clematis.
Gram 1904; Luns; Plasschaert; Scheen 1969; Thieme-Becker.
