Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Haan, meijer isaac de

betekenis & definitie

Geb. Amsterdam 14 april 1852, overl.

Amsterdam 24 oktober 1895. Woonde en werkte aldaar; werkte ook lange tijd in Frankrijk en Hattem. Leerling van P.F. Greive. Schilderde portretten en figuurstukken. Gaf les aan
L. J. Hartz, B. Lopes de Leao, Ch. Pothuis.

Tentoonstelling Amsterdam en Den Haag 1870-1882: enkele portretten; de kleine huishoudster; de kleine kokette, en een stilleven.

AMSTERDAM -Rijksmuseum: portret van P. F. Greive (gem. MH); oude joodse vrouw (gem. M. I. de Haan 8O).

OTTERLO -Rijksmuseum Kröller-Müller: Bretons boerenerf (gem. Meyer de Haan Le Pouldu 89).


Luns; Plasschaert; Scheen 1946 en 1969; Thieme-Becker; Van Hall I en port.; Wurzbach.