Geb. Utrecht, 29 februari 1812, overl.
Amsterdam 10 januari 1880. Leerling van zijn broer G. Craeyvanger en van het Utrechts Tekengenootschap. Bezocht ook de Amsterdamse Akademie, waar hij les kreeg van J. W. Pieneman.
Werd in 1839 lid van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam. Hij werkte van 1852 af in de hoofdstad, (medewerker van A. Oltmans); voordien in Utrecht, Den Haag, Amsterdam 1836-1844, Den Haag 1850. Aanvankelijk schilderde hij landschappen en stadsgezichten, naderhand aquarellen en sepia’s (genretaferelen), schilderde daarna weer in olieverf. Heeft ook geëtst en gelithografeerd. Naderhand leraar aan de Akademie te Amsterdam, en gedurende 5 jaar voorzitter van ‘Arti et Amicitiae’. Was tevens uitmuntend zanger en goed violoncellist. Tentoonstellingen te Amsterdam en Den Haag van 1833-1879: duingezicht; de laatste kers (tekening); enkele etsproeven; boereninterieurs met jagers; stadsgezicht; Michel Angelo met zijn vriend Piombo; lezende oude man; lezend meisje; verschillende interieurs met figuren (aquarellen).
AMSTERDAM -Amsterdams Historisch Museum (o.a. vml. Museum Fodor en verz. Splitgerber): plechtige inhaling van prins Maurits te Amsterdam in 1618 (samen met A. Oltmans, figuren door R Craeyvanger); een groot aantal tekeningen, o.m. meisje op een brug; terugkomst van een jachtpartij; de gestoorde bruiloft; kopieën naar Jan Steen, Gerard Dou, Frans van Mieris, enz.; enz.; een sledevaart bij fakkellicht; het uitgaan van de Beurs; de Dam bij avond; gezicht in de Kalverstraat; het paardenspel van Blanus op de Nieuwmarkt; enz. -Rijksprentenkabinet: tekening(en). HAARLEM -Frans Halsmuseum: markt voor de St. Bavo te Haarlem. -Teylers Stichting: verschillende aquarellen, oa. naar Rembrandt en Schalcken.
OTTERLO -Rijksmuseum Kröller-Müller: stalinterieur (aquarel). ROTTERDAM -Museum Boymans-van Beuningen: twee tekeningen, UTRECHT -Centraal Museum: de Stadhuisbrug in Utrecht met omgeving; de Sa. Maria Novella te Florence (aquarel, 1859); interieur met meisje aan spinnewiel (aquarel en sepia); aanspreker (gravure). -Gemeentearchief: Willemskazerne (sepia, 1834).
Hist. Galerij I(bldz. 98) en II (bldz. 195); Kunstkronijk 1840-1842 (bldz. 52), 1844-45 (bldz. 64), 1848 (bldz. 40 en 88), 1850 (bldz. 54), 1851 (bldz. 54) en 1858 (bldz. 94). P.J. A. Swillens: 'De Utrechtse kunstenaarsfamilie Craeyvanger’,Jaarboekje Oud-Utrecht 1947-48 (bldz. 150-181).
Immerzeel; Scheen 1946 en 1969; Thieme-Becker; Van Hall I en port.; Voorloopige lijst der Nederlandsche Monumenten III; Waller; Wurzbach.