Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Cannegieter

betekenis & definitie

Dominicus; geb. Hallum 23 oktober 1842, overl.

Tzum 11 maart 1909. Van 1878-1909 woonde hij in Tzum (Friesland). Oudheidkundige en notaris. Heeft tekeningen en litho’s vervaardigd.Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek III; Scheen 1946 en 1969; Waller.



Canta

Johannes Antonius;* geb. Rotterdam 9 januari 1816, overl. Rotterdam 10 april 1888. Woonde en werkte aldaar. Vnl. schilder van huiselijke onderwerpen en landschappen met spelende kinderen. Werd in 1847 lid van de Kon. Akademie te Amsterdam.

Tentoonstellingen te Amsterdam en Den Haag van 1833-1882 : landschappen met figuren; bloemenplukstertjes; moeder met kinderen in het bos; kinde­ren bezig vlinders te vangen ; oude man ; het makke sijsje ; moeder bij de wieg van haar kind; Johannes op het eiland Patmos, de openbaring schrijvende; enz.

NIJMEGEN -Commanderie van St.Jan: familieportret (1861). Rotterdam -R.K. kerk Heilige Lambertus (Kralingen) : enige portretten. -RK. kerk St. Rosalia : altaarstuk.

Hist. Galerij I (bldz. 54.); Kunstkronijk 1834.

Immerzeel; Scheen 1946 en 1969; Thieme-Becker; Voorloopige lijst der Nederlandsche Monumenten III; Wurzbach.