Geb. Amsterdam 7 september 1756, overl.
Haarlem 18 december 1831. Leerling van J. van Dregt. Gehuwd met de bloemenschilderes K. W. Schweickhardt. Vertrok in 1780 van Amsterdam naar Leiden, van daar in 1782 naar Den Haag, tot 1795, bezocht in datzelfde jaar Hamburg en vertrok later naar Engeland, keerde in 1797 terug naar het vasteland (Brunswijk); in 1806 keerde hij terug naar zijn vaderland en verbleef achtereenvolgens te Leiden 1806-1807, Katwijk 1807, Den Haag 1808.
Daarna weer naar Amsterdam, waar hij bleef tot 1817, vertrok toen naar Leiden, tot 1828 en sleet zijn laatste levensjaren te Haarlem. Een der bekendste dichters en geleerden van zijn tijd. Voor een van zijn boeken heeft hij zelf tekeningen en etsen, van bloemen en planten, vervaardigd. Hij schijnt een enkele maal geschilderd te hebben, o.m. eenGelders landschap met watermolen gestoffeerd met figuren.
AMSTERDAM -Bilderdijkmuseum (hoofdgebouw Vrije Universiteit): schilderijen, tekeningen, etsen, curiosa, handschriften enz. van en betreffende Willem Bilderdijk en zijn kring. -Rijksprentenkabinet: enige tekeningen, DEN HAAG -Gemeentemuseum (Prentenkabinet): Hagar en Ismaël (sepiatekening). LEIDEN -Rjjksprentenkabinet: tekeningen, w.o. een ontwerp voor een grafmonument; enige albumblaadjes met afbeeldingen van bloemen enz. Kunstkronijk 1870 (bldz. 91-93, Bilderdijks etsen, door C. Vosmaer).
Immerzeel; Kramm; Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek II; Scheen 1946 en 1969; Thieme-Becker; Van Hall I en port.; Voorloopige lijst der Nederlandsche Monumenten V2; Waller; Wurzbach.