Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Gepubliceerd op 29-01-2021

Abels, jacobus theodorus

betekenis & definitie

Geb. Amsterdam 1 september 1803, overl.

Abcoude 18 juni 1866. Leerling van J. van Ravenzwaay, maakte in 1826 een studiereis naar Duitsland, vestigde zich vervolgens te Hilversum. Woonde en werkte in 1828 in Baarn, van 1830-1848 in Den Haag, tot 1857 te Haarlem, tot ± 1865 te Arnhem. In zijn begintijd schilderde hij zomerlandschappen, later rivier- en stadsgezichten bij maanlicht, in de trant van Aert van der Neer. Heeft ook veel aquarellen en tekeningen gemaakt. P.

G. en P. F. van Os, J. H. L. de Haas en S. van den Berg hebben enige malen zijn werk gestoffeerd. Was lid van de Koninklijke Akademie te Amsterdam.Tentoonstellingen te Haarlem 1825, Amsterdam en Den Haag 1824-1866 bosgezicht met herten; landschap met hond; duingezicht; dennenbos met twee koeien; molenbrand in de ochtend; ettelijke maangezichten.

AMSTERDAM -Rijksmuseum: zomermiddag in de weide (de dieren en figuren door P. G. van Os). -Rijksprentenkabinet: enige tekeningen. ARNHEM Gemeentemuseum: maanlandschap (gem. T.A.f.); het Gelders Spijker (gem. T. Abels f. 1864).

DEN HAAG -Gemeentemuseum: rivierlandschap met opkomende maan; een vaart in een dorp bij maanlicht; grachtje bij maanlicht; brandende molen in de nacht; tekeningen in het Prentenkabinet. HAARLEM -Frans Halsmuseum: avond (aquarel). -Raadhuis: een landschap. -Teylers Stichting: landschappen in 0.1. inkt. OTTERLO -Rijksmuseum Kröller-Müller: een tekening. ROTTERDAM -Museum Boymans-van Beuningen: een maanlandschap; riviergezicht bij avond (aquarel); enige tekeningen.


Kunstkronijk 1862 (bldz. 30) en 1867 (bldz. 80).

Immerzeel; Luns; Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek IV; Plasschaert; Scheen 1946 en 1969; Thieme-Becker; Van Hall Ien port.; Voorloopige lijst der Nederlandsche Monumenten VI; Wurzbach.