Bijbelse spreekwoorden

C.F. Zeeman (1888)

Gepubliceerd op 12-03-2025

Die zich zelven verhoogt zal vernederd, en die zich zelven vernedert zal verhoogd worden.

betekenis & definitie

Verhoogen, Luk. 18: 14, Luk. 14: 11, Matth. 23: 12.

Dit bekende spreekwoord wordt bij drie onderscheidene gelegenheden in de Evangeliën aangehaald, eens in Matth. 23: 12, waar Jezus de zijnen vermaant om zich niet meester te laten noemen, maar allen als broeders te beschouwen, vervolgens Luk. 14: 11, als Jezus de zijnen waarschuwt tegen het zoeken der voornaamste hoogste plaatsen aan een gastmaal, en ten derden male bij de meest bekende gelegenheid, Luk. 18: 14, op het slot van de gelijkenis van “de Farizeër en de tollenaar.” Heerschzucht, ijdelheid, geestelijke hoogmoed, worden dus met deze spreuk door Jezus bestreden; zij wordt soms onder ons schertsender wijze in stoffelijken zin gebezigd van iemand die op eene verhevene plaats staat of op een hoogen stoel zit; meestal echter in den aanstonds genoemden door Jezus bedoelden zin: verachting, schande en gemis aan vrede met God, zijn de vruchten der zelfverheffing, eervolle onderscheiding, hoogachting, rust des gemoeds, zullen de heerlijke bewijzen voor den nederige zijn, dat God hem verhoogt.

< >