Wat is de betekenis van zoom in?

2024-03-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zoom in

zoom in - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzoomen ♢ Ik zoom in 2. gebiedende wijs van inzoomen zoom in! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzoomen zoom je in?...