Wat is de betekenis van zichter?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zichter

m. (-s), iem. die (koren) zicht.

2025-07-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zichter

zichter - Zelfstandignaamwoord 1. (landbouw) (beroep) iemand die met de zicht gras maait De zichters hadden hun werk al gereed. Woordherkomst Naamwoord van handeling van zichten met het achtervoegsel -er

Gerelateerde zoekopdrachten