zeiktrien, zeikwijf
(1974) (inf.) zeurderige vrouw. Vgl. muts*. • En dat zeikwijf heeft jou natuurlijk op je gemoed gewerkt, of op je zenuwen... (Ernst van Altena: Een gewone schoft. 1974) • Toen Aliske voor mijn Sinterklaas een grote bonbon meebracht, die met papier was gevuld en heel het atelier begon te lachen om mijn teleurgestelde gezicht, gooide ik de...