Wat men wint in snelheid, verliest men in kracht.
[De beide laatste spreekwoorden zijn uit de beweeg- en werktuigkunde genomen. Dáár leert men, dat de krachten, waardoor twee ligchamen zich bewegen, tot elkander in de zamengestelde reden zijn van de hoeveelheden stofs of massa’s en de snelheden in een bewogen ligchaam, dat is: K:k = HxS:hXs, of K/S:k/s=H:h; en zijn de hoeveelheden gelijk: K/S=k/s...